Goed nieuws: In Santpoort-Noord gaan we een nieuw gezamenlijk zonnestroomdak aanleggen, op Residentie Huis ten Bilt. Je kunt hierin meedoen met zonnestroomdelen. KLIK HIER voor de pagina met meer uitleg.

Zowel om duurzame als financiële redenen is het interessant om aan te haken!

 

 

Benno Boeters was (hoofd-)redacteur van Technisch Weekblad, volgt met een technische bril de ontwikkelingen in duurzame energie en is voorzitter van energie-coöperatie Spaarnezaam. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.

De wind waait vaker

Met het realiseren van collectieve zonnedaken in Haarlem en omgeving hebben we de afgelopen jaren goede ervaring opgedaan. Maar die andere optie voor groene stroom – wind – daar doen we niks aan. Dat is eigenlijk merkwaardig. Al jaren staan er aan de rand van de toegedekte afvalheuvel bij Schoteroog vier oude windmolens. Stil. Een heel slecht signaal.

Zon of wind? Tijd voor een vergelijking. Om 1 TWh (terawattuur, ofwel 1 miljoen megawattuur) te produceren, heb je 1053 MWp opgesteld vermogen aan zonnepanelen en een oppervlak van 1000 hectare nodig. Die ‘draaien’ gemiddeld 950 vollasturen per jaar (meer zon zit er niet in). Om dezelfde hoeveelheid groene stroom uit wind te krijgen heb je 285 MW aan opgesteld vermogen nodig; dat zijn 57 windturbines van 5 MW. Die draaien zo’n 3500 vollasturen per jaar.*

Stel dat we in Haarlem één 3 MW-windturbine zouden hebben, dan zou die voor minstens 2000 huishoudens stroom leveren. Dat is meer dan we nu halen met de acht collectieve pv-daken. Die ene molen zou meer dan zes keer zoveel opbrengen als al onze collectieve panelen (!)
Ja, die vollasturen… Het aantal uren dat pv-panelen op vol vermogen presteren is nu eenmaal veel lager dan die van wind (950 versus 3500). Met excuus voor de open deur: het waait ook ’s nachts en in de winter. Juist daarom is stroom uit wind zo’n goede aanvulling; in de periode dat we het hoogste energieverbruik hebben, doen pv-panelen heel weinig.

In de RES-sen (Regionale Energie Strategieën) waarover nu druk vergaderd wordt, maken de opstellers dus ook plannen voor meer wind. En de gemeente Haarlem brengt met een informatienota de optie van nieuwe windmolens op Schoteroog weer onder de aandacht. Want het bestuurscollege heeft Duurzaam Doen als motto in het coalitieakkoord. Dus wil het ‘marktpartijen faciliteren bij het realiseren van projecten’. Er liggen op Schoteroog mogelijkheden om voor vier- tot zesduizend huishoudens groene stroom op te wekken. Met een combinatie van windturbines en pv-panelen op de zonkant van de heuvel. Hoe de verdeling zon / wind moet zijn, geeft de nota niet aan.

Maar wel is duidelijk dat nieuwe windmolens toch echt groter moeten zijn dan de 3 MW-turbines waar nu mee gerekend wordt. ‘Ze zijn namelijk ouderwets en te klein. Regio’s die uitgaan van 3 MW windturbines verkijken zich op deze keuze. Want het is onmogelijk om met deze turbines een rendabele businesscase te bouwen. Een kleinere turbine klinkt misschien sympathiek maar is onhaalbaar. Bovendien kun je met minder turbines toe als je ze groter maakt; 1 grote windturbine oogst veel meer wind dan zijn twee kleinere broertjes samen.’ Zo stelt de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA), de branchevereniging van de windsector.

Het grote dilemma is: hoe groot of hoe hoog kunnen nieuwe windmolens op Schoteroog zijn. Waar ligt de bovengrens qua vergunningen (Schiphol) en qua maatschappelijke acceptatie? Een moderne windmolen van meer dan 4 MW vermogen heeft een tiphoogte van ongeveer 200 m (as-hoogte plus lengte van de wieken/bladen).

Het kan zijn dat het faciliteren door de gemeente uitmondt in groen licht voor een paar ‘grote jongens’. In dat geval zal de huidige eigenaar dank u wel zeggen, ze installeren en jaar na jaar de opbrengst incasseren. Als de molens niet hoger mogen zijn dan…(?) kan de eigenaar denken: ik laat het erbij, ik verkoop de oude meuk. Dan kán er wellicht een financiering voor die minder rendabele – maar wel zeer nuttige – turbines gevonden worden in – bijvoorbeeld – de (nieuwe?) postcoderoosregeling.

Kortom, óf grote molens – dan wordt het commercieel – óf minder grote en niet interessant voor een marktpartij, en ‘dan maar’ gefinancierd via postcoderoos of ander model. Minder winst in euro’s, maar die winst gaat wel naar een of meer coöperaties en dus de lokale deelnemers . En veel groene stroom. Ook in de winter.

*Die cijfers hanteert de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie. In het Klimaatakkoord wordt gerekend met 854 vollasturen voor zonnepanelen en 3237 vollasturen voor wind op land.

 

Benno Boeters was (hoofd-)redacteur van Technisch Weekblad, volgt met een technische bril de ontwikkelingen in duurzame energie en is voorzitter van energie-coöperatie Spaarnezaam. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.

Nieuwe PCR is doodklap

Subsidies werken prima, vooral als je die ruimhartig uitdeelt. Zoals voor het bijstoken van houtsnippers in (kolen-)centrales, om de CO2-uitstoot te verminderen en de levensduur van die centrales te verlengen. Kost miljarden maar het werkt wèl. De kopers van elektrische auto’s subsidiëren, blijkt ook goed aan te slaan. Kijk maar naar al die Tesla’s op de weg. Zo duwt de regering ons de gewenste richting op. Besturen door aan subsidiekranen te draaien.

Soms komt er uit die subsidiekraan een straaltje dat maar nét genoeg is. De huidige Postcoderoosregeling met het verlaagd tarief in de energiebelasting kost geen miljarden. Toch wil minister Wiebes per 1 januari een andere regeling. Hij beloofde verbetering maar het voorstel wat er nu ligt is een heel slecht plan.

Terwijl hij eerder aangaf dat de regeling zeker niet zou verslechteren; de terugverdientijd zou rond 7,5 jaar blijven. De Tweede Kamer nam in september vorig jaar nog een motie van de CU aan, waarin gesteld werd dat een nieuwe PCR geen ‘stop and go’-effect mag hebben (geen stilstand in nieuwe projecten door financiële onzekerheid) en dat coöperaties geen negatieve gevolgen mogen ondervinden. Iedereen gerustgesteld.

Ten onrechte. In de nieuwe postcoderoosregeling 2021 gaat de terugverdientijd voor deelnemers van ongeveer 7,5 jaar naar 15 jaar! De opbrengst per opgewekte kilowattuur gaat van 12 cent naar 6,5 cent (van 0,118 naar 0,065 euro). Ter vergelijking: een particuliere eigenaar van zonnepanelen krijgt 0,16 euro per kWh aan subsidie.

Gelukkig is de PCR-2021 die nu op tafel ligt nog een concept. Maar je vraagt je wel af met welk doel de bedenkers – mensen van het Planbureau voor de Leefomgeving – dit zo hebben opgeschreven. Wij, de mensen die ervaring hebben met collectieve zonnedaken, kunnen maar een ding concluderen: dit valt niet te verkopen, dit is de doodklap voor de postcoderoosregeling, einde oefening voor de energiecoöperaties.

Uiterst merkwaardig is dat de PBL-ers in hun berekeningen blijken uit te gaan van rendementen van grootschalige pv-projecten die met SDE++ zijn gesubsidieerd. En met vollasturen die alleen haalbaar zijn met zuid-opstellingen (en niet de meest voorkomende: oost-west-) en de perfecte hellingshoek van de panelen. Het komt niet op bij de PBL-cijferaars om uit te gaan van de gemiddelde cijfers van de bestaande PCR-daken, die ruim voorhanden zijn. Zij maken liever sommetjes voor de postcoderoos met SDE-getallen. Snapt u het nog?

Verder hebben de ontwerpers van de nieuwe regels bedacht dat collectieve zonnedaken straks voor 50% gefinancierd moeten worden uit vreemd kapitaal. Dus voor de helft geleend geld. Terwijl wij, de coöperaties, zeer gesteld zijn op het idee dat wij onze eigen installatie hebben, met ons gezamenlijk ingebracht kapitaal. Áls een coöperatie voor een deel externe financiers wil – bijvoorbeeld om een lage instap voor mensen met een smalle beurs mogelijk te maken – mag dat dan aub een eigen keuze zijn?

Wat is de bedoeling minister Wiebes? De burgerinitiatieven de nek omdraaien? Alle kaarten op grote commerciële partijen Met SDE-geld erbij?

Energie Samen heet de lobbyclub die met de minister onderhandelt over de nieuwe PCR. ‘Energie Samen vindt het fijn dat dit conceptadvies er nu ligt’, schrijven ze. De toon mag wel wat feller, beste mensen. De minister moet zich aan zijn beloften en gemaakte afspraken houden.

Benno Boeters

https://energiesamen.nu/nieuws/85/concepttarief-postcoderoossubsidie-te-laag

Vrijdag 3 juli hadden we de afsluitende ‘borrel’ ter ere van het zonnestroomdak. Wat verlaat in verband met covid-19. In de werkplaats was er een korte presentatie en dankwoord aan de betrokkenen en hebben we en drone-opname laten zien van het dak en de installatie. Op die manier hebben deelnemers ook een beeld bij wat er op het dak ligt. Dit is vanaf de straat niet te zien.
 
De drone-opname is online te zien op het YouTube kanaal van Kennemer Kracht: https://youtu.be/hx09KD3emFs
 
En bekijk het filmpje op Facebook dat vloggers van de gemeente Velsen maakten in het kader van de campagne Duurzaam Velsen.
 

Benno Boeters was (hoofd-)redacteur van Technisch Weekblad, volgt met een technische bril de ontwikkelingen in duurzame energie en is voorzitter van energie-coöperatie Spaarnezaam. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.

RES en regisseur

Het schiet misschien niet zo op met de Energietransitie, maar er wordt wél druk over vergaderd! Zo zijn veel lokale en provinciale ambtenaren nu aan het steggelen over de Regionale Energie Strategie; in ons geval die voor Noord Holland Zuid. Heel Nederland is opgedeeld en in elke regio (in totaal 30) zoemt het praatcircuit over de grote vraag hoe we in 2030 half zoveel CO2 gaan uitstoten als in 1990.

Er is een website, er is ondersteuning, een handreiking, een afwegingskader, een expertpool, een analysekaart … En dat alles onder de paraplu van het Nationaal Programma RES. Klinkt fantastisch, alleen knaagt de vraag: wie heeft hier de leiding, wie is de RES-regisseur, de eindverantwoordelijke?

De afgelopen weken konden wethouders deelnemen – online – aan bijeenkomsten over Energietransitie & Leiderschap. ‘Leiderschap’ klinkt ook goed, maar als je ziet welke thema’s daar aan bod kwamen – ‘draagvlak creëren’, ‘verbinden’, ‘hoe betrek je de gemeenteraad’ en ‘hoe ga je om met de media?’ – dan associeer ik dat niet met leiderschap, eerder met de hete aardappel naar anderen toeschuiven.

Korte samenvatting van het voorafgaande: Klimaatakkoord … het ging even moeizaam maar in de zomer van 2019 lag het zowaar op tafel. Heel veel partijen hadden meegepraat, echter toch vooral een ‘Haags’ verhaal. Goed bedacht in de residentie, maar wie gaan het doen? Een doel stellen is niet zo moeilijk, maar hoe krijg je het voor elkaar, hoe voer je het uit, hoe boek je per jaar concreet resultaat? Wie is verantwoordelijk en krijgt op zijn of haar donder als het niet goed gaat in de uitvoering?

De gemeenten hebben ook wel heel veel op hun bordje gekregen. ‘Den Haag’ pronkte met het Klimaatakkoord maar kiepert de uitvoering over de schutting naar de gemeenten. (Daar heeft de meepratende VNG ook voor getekend). Een Haagse habitude die overigens ook bij andere lastige kwesties speelt.

Zijn de lokale ambtelijke organisaties daarvoor toegerust, opgeleid en ingesteld?

Het gemeentelijk apparaat is meestal goed in controleren op alle juridische details, toezien op regels en naleving, àlle aspecten de revue laten passeren… En daar de tijd voor nemen. Beter in bedenken waarom het niet kan. De echte doeners zitten daar doorgaans niet. De doeners, de ongeduldige types die behept zijn met een gevoel van urgentie en dadendrang, zitten meer bij de energie-initiatieven en -coöperaties.

Dat zijn wij dus. We hebben zelfs een Vereniging, de VEINH (voor heel Noord Holland) en die club heeft 10 aanbevelingen geformuleerd. Een heus RES Manifest dat de overheidsdienaren – wat mij betreft – uit hun hoofd moeten leren. Want wij hebben na zo’n vijf jaar proefdraaien nu wel een keer kijk op hoe het niet en hoe het wel moet. Laat bewoners meeprofiteren van hier opgewekte duurzame energie, geef dakeigenaren een premie voor zonnedaken, stel een ontwikkel-investeringsfonds in, geef ruimte aan kleine windmolens en betrek ons bij duurzame warmte. Zie het Manifest op https://veinh.nl/wp-content/uploads/2020/06/RES-Manifest.pdf

En voor de wethouders die al dan niet de sessie over Energietransitie & Leiderschap hebben gevolgd, wijzen we nog eens extra op aanbeveling 6: Wees als gemeente Procesregisseur. En dan gaat het niet om draagvlak en verbinden of omgaan met de media – dat ruikt veel te veel naar verantwoordelijkheid afschuiven, verder polderen – maar keihard om uitvoering, per jaar concrete resultaten bereiken en extra inspanning leveren als projecten tegen zitten.

Benno Boeters

Dinsdag 14 januari in de middag in bijzijn van deelnemende buurtbewoners en betrokkenen openden de Haarlemse wethouder sport Merijn Snoek en de wethouder duurzaamheid Robbert Berkhout officieel het zonnestroomdak op de sporthal van omni-sportvereniging Onze Gezellen aan de Van der Aartweg in Haarlem.

Na een inleidend woord door de voorzitter van Onze Gezellen en een korte uitleg door Kennemer Kracht startte beide wethouders en aanwezigen met een muisklik een filmpje waarop versneld te zien was hoe de zonnepanelen op het dak gelegd werden afgelopen september. De middag werd afgesloten met een gezamenlijke foto en een hapje en een drankje.

Inmiddels wekt de zonnestroominstallatie al enkele maanden duurzame groene stroom op (live opbrengsten te zien op de site). Buurtbewoners participeren in dit project. Op deze manier wordt actief bijgedragen aan het verduurzamen van de buurt. Tijdens de middag werd nog specifiek genoemd dat het doorzettingsvermogen van zowel Onze Gezellen als de coöperatie op prijs werd gesteld. Er zijn veel hobbels genomen om dit project van de grond te krijgen, maar geeft een goed voorbeeld dat het mogelijk is. Het doel is dit jaar meerdere zonnestroomdaken in Kennemerland te realiseren met participatie van inwoners.

Wij willen de mensen van Onze Gezellen bedanken voor de gastvrijheid en de beide wethouders voor de positieve woorden en steun.

 

Al in 2016 had Onze Gezellen de wens om, door het plaatsen van een zonnestroominstallatie, samen met de buurt een grote hoeveelheid groene stroom op te wekken op het dak van de sporthal. Sinds 20 september 2019 levert de energie-installatie met 270 zonnepanelen op het dak van de sporthal van omni-sportvereniging Onze Gezellen aan de van der Aartweg in Haarlem stroom op. Sindsdien is er al circa 8 MWh aan groene lokale energie opgewekt. De investeringen in het collectieve zonnestroomdak zijn opgebracht door 36 huishoudens die in de omgeving van de sporthal wonen. De realisatie van de installatie is tot stand gebracht in samenwerking tussen omni-sportvereniging OG en coöperatie Kennemer Kracht en uitgevoerd door stichting Kennemer Energie en Zon & Co.

Tijdens de feestelijke opening op 14 januari 2020, die van 16.00 tot 18.00 uur plaatsvindt in het clubhuis van OG op het van der Aartsportpark (van der Aartweg 16) brengen de wethouders sport (Merijn Snoek) en duurzaamheid (Robbert Berkhout) van de gemeente Haarlem samen met partners en deelnemers een toast uit op dit succes.

Initiatiefnemer Fred Smit: “Wij wilden graag zelf iets doen in het kader van duurzaamheid. Een bijeenkomst bij de stadsgarage en het voorbeeld van Prinsen Staal Trade & Processing in de Waardepolder deden ons besluiten te onderzoeken of het dak van de sporthal kansrijke mogelijkheden bood.” OG heeft in samenwerking met stichting Kennemer Energie en coöperatie Kennemer Kracht de haalbaarheid van het idee onderzocht. Daarvoor liepen partijen tegen verschillende drempels op, zoals de beperkte belastbaarheid van het midden van het dak en het feit dat de sporthal op erfpachtgrond staat, maar uiteindelijk kon alles in goede samenwerking worden opgelost en is de zonnestroominstallatie afgelopen zomer gerealiseerd.

Erna Hollander van coöperatie Kennemer Kracht: “We zijn trots op het resultaat. Eind 2018 zijn we begonnen met de werving van deelnemers en voorjaar 2019 hadden we al genoeg inschrijvers om de installatie te realiseren. Omwonenden in de betreffende postcodegebieden doen mee en hebben zonnestroomdelen aangeschaft. Via korting op de energiebelasting op de energierekening van de individuele deelnemers en een vergoeding voor de geproduceerde stroom is dat voor hen een interessante investering”. Kennemer Kracht heeft als doel de komende jaren samen met inwoners en initiatiefnemers in de regio Kennemerland en IJmond nog veel meer zonnestroominstallaties te realiseren en is al bezig met een aantal nieuwe projecten.

Voorzitter omnivereniging RKSV Onze Gezellen George de Haan: Als sportvereniging vinden wij het vanzelfsprekend iets voor de volgende generatie te doen en we vinden het fijn dat dat kan door ons dak beschikbaar te stellen. Dit is de eerste collectieve zonnestroominstallatie op het dak van een sportvereniging in Haarlem!” De installatie biedt 36 huishoudens uit de omgeving de mogelijkheid actief mee te doen aan verduurzaming. Ideaal voor bewoners die bijvoorbeeld geen zonnepanelen kwijt kunnen op hun eigen dak, of willen uitbreiden in hun eigen opwek.

Op dit moment is Energie Samen in gesprek met het ministerie van Economische Zaken over de uitwerking van de nieuwe postcoderegeling (PCR). De regeling zorgt ervoor dat deelnemers aan een collectief hernieuwbaar energieproject in hun eigen of aangrenzende postcodegebied vrijgesteld zijn van energiebelasting over het deel van de schone energie die ze zelf opwekken.

De nieuwe regeling moet de huidige en complexe PCR-regeling vervangen door een veel eenvoudigere subsidieregeling. Er is nog niets besloten maar de verwachting is dat de nieuwe regeling de volgende hoofdlijnen bevat:

  • subsidie op basis van prestatie/productie (kWh) van hernieuwbare stroom
  • voor dezelfde doelgroep als de huidige postcoderoosregeling
  • subsidie uit te keren aan coöperatie of VvE
  • subsidiebeschikking voor een looptijd van 8 tot 15 jaar
  • afhandeling van subsidie-aanvragen op basis van volgorde van binnenkomst (loting bij binnenkomst op dezelfde dag)
  • uitvoering/beheer door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Wat zijn de gevolgen voor bestaande en nieuwe PCR projecten?

Coöperaties die de komende tijd met een project beginnen, krijgen een beschikking voor 15 jaar. Zo is dat binnen de PCR geregeld. Tegen de tijd dat de nieuwe regeling er is kunnen coöperaties samen met hun leden bepalen of ze gebruik blijven maken van de PCR waarmee ze gestart zijn, of dat het gunstiger is om over te stappen naar de nieuwe regeling.

Meer weten? Lees hier het oorspronkelijke artikel.

Uit de Lokale Energie Monitor 2019 blijkt dat op lokaal niveau een groeiend aantal mensen lokaal actief is met het opwekken van schone energie en -warmte en het beperken van energiegebruik. De Lokale Energie Monitor 2019 werd samengesteld onder leiding van Annemarieke Schwencke en werd gepresenteerd tijdens het jaarlijkse HIER opgewekt evenement in november 2019.

Landelijke trends

‘De ambities zijn hoog: het streven is dat 50% van alle nieuwe wind- en zonneparken in eigendom van de lokale omgeving komt.’ (zie ook het Klimaatakkoord)  Dit betekent dat enerzijds particulieren, bedrijven en andere organisaties zoveel mogelijk schone energie en warmte op en aan eigen gebouwen en terreinen zullen moeten opwekken. Anderzijds betekent dit dat veel collectieven gezamenlijk lokaal schone energie en warmte zullen moeten opwekken om tot deze gewenste 50% schone energie en warmte in lokaal eigendom te komen.

Het aantal energiecoöperaties is ook in 2019 weer toegenomen tot 582 stuks, waarvan er in 2019 bijna 100 nieuwe zijn opgericht. Deze  energiecoöperaties hebben naar schatting ca. 85.000 leden. Er zijn al 649 collectieve zonprojecten gerealiseerd waarvan 94% op daken en dus 6% als zonneweides of op water.

Ook is er een trend waarneembaar van een toename van het aantal ontwikkelfondsen. Deze ontwikkelfondsen worden veelal gevuld met geld dat vrijkomt dankzij de lokale opwek van schone energie. De intentie is dat deze fondsen worden ingezet voor de verdere ontwikkeling van de lokale samenleving. 

De derde grote trend is het aantal lokale initiatieven dat gezamenlijk op duurzame wijze warmte wil opwekken. Er zijn momenteel 37 initiatieven in  het land; Thermo Bello in Culemborg is al operationeel en Traais Energie Collectief in Terheijden is momenteel een collectief warmtenet aan het bouwen.