Benno Boeters was (hoofd-)redacteur van Technisch Weekblad, volgt met een technische bril de ontwikkelingen in duurzame energie en is voorzitter van energie-coöperatie Spaarnezaam. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.

Let’s go nuts

27 januari 2021

Krachtige uitspraken (6)

Als je niet elke maand naar je energieverbruik kijkt, heb je het niet in de gaten. We verbranden ’s winters zo ongeveer acht keer meer gas dan in de zomer. Daar merk je weinig van want de energierekening is elke maand hetzelfde bedrag. Niemand schrikt zich een hoedje als in november de gasmeter harder gaat lopen.

Gas voor warmte in de winter is dus de grote energieslurper (en CO2-uitstoter). En dus, beste zonnepanelen-aanbidders, groene stroom is een goede zaak maar we moeten nu ook eens gaan kijken naar warmte voor de winter. Hoe krijgen we die groen, dus zónder verbranding. Ja, natuurlijk is de warmtepomp een goede optie, vooral als die draait op groene stroom. Maar al is zo’n ‘aangepaste airco’ heel efficiënt, de stroomkabel er naartoe gaat het moeilijk krijgen – en warm – als dat apparaat tijdens een vorstperiode véél stroom vraagt (als de buitenlucht de bron is). Zo kun je niet een hele stad warm houden, dat kan het net niet aan.

Dat kan slimmer. (Terwijl ik dit schrijf schijnt de zon lekker warm de kamer in…je begrijpt waar dit naartoe gaat). Onze stadsgenoten in het Ramplaankwartier geven het goede voorbeeld. Met steun van Delftse onderzoekers (TUD en Deltares) werkten zij het Spaargas-concept uit. Kort samengevat bestaat dat uit pvt-panelen op de daken (pv voor de zonnestroom en t voor thermisch; het paneel is ook een zonnewarmtecollector), slimme afleversets en warmte/koudeopslag voor de hele wijk.

Zodra de zon schijnt levert die voorverwarmd water voor de warmtepomp in het huis. En warmte die even niet nodig is voor de douche of de centrale verwarming gaat naar de buren (via een meter) of de grond in. In de zomer verzamelen al die pvt-panelen al die overtollige warmte in grondwater op zo’n 150 m diepte. Die warmtebuffer levert weer terug tijdens donkere winterdagen. Warmte/koudeopslag (wko) is al jaren een beproefde techniek, maar wordt nu alleen nog gebruikt voor grote gebouwen. Het is ook heel handig voor koelte in warme zomers.

Een heel goed plan dus om zomers warmte op te slaan en ’s winters te gebruiken. Zonder verbranding/CO2. Alleen wel duur. Het vergt nogal wat aan leidingen, in de huizen, tussen de huizen en de grond in. En dan nog de afleversets, de warmtepompen en de pvt-panelen. En een warmtenet voor de wijk.

Die hoge investeringskosten zitten dwars. Daar kunnen we lang tegenaan hikken maar beter zou zijn als we Nederland-breed dit probleem aanpakken. We vonden het ooit voor de hand liggend om infrastructuur voor drinkwater, riolering, gas, elektriciteit en telefoon door (semi-)overheidsbedrijven te laten aanleggen en gezamenlijk te betalen. Die bedrijven noemden wij nutsbedrijven. Wat wij nodig hebben zijn nieuwe nutsbedrijven die met overheidssteun en -geld warmtenetten en buurt-wko’s gaan aanleggen, en de financiering daarvan goed kunnen regelen met langlopende leningen.

En als we niet meer weten hoe we dat vroeger deden met die nutsbedrijven, kijk dan naar Denemarken. Daar zorgen gemeentelijke nutsbedrijven voor de warmtenetten en de warmtevoorziening voor 65 % van de huishoudens. In Kopenhagen zelfs 98 %. Alles wat daar beschikbaar is aan restwarmte gaat er in. Zo’n 340 Deense coöperaties besturen de warmtenetten, zonder winstoogmerk.

Benno Boeters

Reacties zijn welkom: klik hier om per mail te reageren.